Tegen de stadsmuur aangevleid, het Zutphen van weleer, daar ligt een wereld onvermoed. Een verre reis die niemand maakt, terwijl de weg zo simpel is. Besnorde mannen kijken bevreemd. De Weekendschool fietst wanordelijk. Met meisjesharen onder een shawl betreden wij beschroomd een culturele drempel. Mijn grootste schavuiten kennen het hier en wijzen ons de weg.
Een man, een bal, een fust met bier. Dat is het beeld wat Graafschap schept. Tot nu. Tot hier. Het is veel meer dan dat. Het is bloeiend fluitenkruid langs karrensporen wegen. Avondzon op oude steden, bossen onbetreden. Eiken die een pad omzomen als kathedraal gewelven. De tuin besneeuwd met bloesemblaadjes. Blauwe hemel. Lentezin. De