Het was warm en aardedonker.
Tropennacht zonder electriek.
Op de veranda zongen studenten
wachtend op een goed bericht.
Vader was nog hulp gaan halen
en ternauwernood op tijd
om met zaklamp bijgelicht
te zien hoe een leven begon.
Krekels tsjirpten, kikkers kwaakten.
Het Papoea lied was meerstemmig, maar zacht.
Wat ik betreur, enkel geuren blijven hangen.
Zoveel tropische avonturen
bleven achter, werden vergeten,
vergeelden in een klamme nacht.